Australië en Nieuw-Zeeland kennen hoge temperaturen en het is er erg droog. Door de harde winden kunnen bosbranden snel verspreiden. In bomen wordt CO2 opgeslagen en omgezet in zuurstof. Als deze bomen verbranden, komt er in 1 keer heel veel CO2 vrij. Als de bomen weg zijn, wordt er ook geen CO2 meer omgezet in zuurstof. Zo zal er dus meer CO2 in de atmosfeer komen. Een voordeel van een bosbrand is dat er vruchtbaar as op de bodem komt te liggen en er zullen dan snel nieuwe bomen voor in de plaats komen.  Sommige bosbranden worden veroorzaakt door de mens, bijvoorbeeld door iemand die onvoorzichtig met vuur omgaat in het bos. Er hoeft maar één sigaret op de grond te vallen en er ontstaat een bosbrand. De mens zou dus voorzichtiger met vuur kunnen omgaan, of vuur in het bos gaan verbieden. Door de hoge temperatuur zullen bosbranden blijven ontstaan, maar de mens kan dit wel verminderen.

In sommige delen van Australië is het erg droog, het zal daar alleen maar droger worden als er niks wordt gedaan aan de klimaatverandering. Door de droogte zullen de oogsten mislukken en de landbouwgebieden zullen lijden aan bodemdegradatie. Bodemdegradatie betekent dat de grond minder vruchtbaar wordt, waardoor volgende oogsten ook minder goed zullen gaan. De klimaatverandering heeft dus ook effect op de economie. De boeren zullen minder gaan verdienen en er zal ook minder voedsel zijn.

De temperatuurstijging zorgt ook voor heftigere hittegolven, het wordt steeds warmer. Door het vele zweten, kan je uitgedroogd raken. Hierdoor kan je suffig en vergeetachtig worden. Oudere mensen zweten minder makkelijk en hebben dus meer last van de warmte. Mensen met een chronische ziekte hebben meer risico’s tijdens een hittegolf. Een hittegolf is dodelijk, het hart en de bloedvaten zijn niet gewend aan de erge inspanningen. Gelukkig kan je je wel aanpassen aan het extreme weer, als je genoeg water drinkt en uit de zon blijft, minimaliseer je het gevaar.

In andere delen zullen er overstromingen komen, door de opwarming van het zeewater zullen er vaker cyclonen ontstaan die zorgen voor harde winden en hoge golven. Die golven zorgen voor extreme overstromingen. Ook bij een te veel aan water, zal er geen goede oogst zijn, waardoor de boeren weer in de problemen komen. Een voorbeeld van een overstroming is de overstroming in Queensland 2010-2011. Deze overstroming werd veroorzaakt door de cycloon Tasha, een tweede oorzaak van deze overstroming is La Niña, een versterkte zeestroom, deze twee oorzaken zorgde voor veel slachtoffers.